R.A. Oirschot, inv. nr. 135 B, periode 1 Jan. 1546
t/m 31 december 1546.
50-v)
Philips Claessen als aangestelde voogd over de minderjarige kinderen van
wijlen Henrick zoon van heer Thomassen van den Snepschoet heeft beloofd om aan
Willem zoon wijlen heer Thomas van den Snepschoet de oom van die minderjarige
kinderen die een bedrag van 32 gulden te zullen gaan betalen en wel zodra deze
kinderen daartoe in staat zijn. Philips als voogd stelt zich daarvoor namens
deze kinderen borg op onderpand van het bezit van deze kinderen. De 32 gulden
spruiten voor uit de kosten van levensonderhoud die deze kinderen bij genoemde
Willem hebben genoten en dit bedrag is door de familie van de kinderen als
zodanig geschat voor 2 jaar lang voeding en levensonderhoud. Willem hoeft daarom
deze kinderen niet langer de jaarlijkse rente van 2 gulden te betalen die hij
hen eerder in een schepenbrief had beloofd en wel totdat hij van de kinderen dat
bedrag van 32 gulden zal hebben ontvangen. Datum 7 januari 1546, getuigen
Michiel en Huiskens.