R.A. Oirschot, inv. nr. 140 A, periode 1 Jan. 1567 t/m 1 maart 1567.
169)
Peter zoon wijlen Wouter Goijaerts verwekt bij diens vrouw Jenneken wettige
dochter van Peter Steenbeckers, verder Michiel Mathijssen als man van Catharijn
wettige dochter van genoemde Wouter Goijaerts en Jenneken, verder nog Arike
dochter van genoemde Wouter en Jenneken samen met haar voogd Gijsbrecht Goijaert
die Hoppenbrouwer, verkopen een huis, tuin, grond etc. gelegen in Oirschot
herdgang Verrenbest, b.p. Andries Steenbecekers, de gemeenschappelijke straat,
de gemeijnte, Jans die Molder, het stuk dat er van is afgedeeld. Ze verkopen dit
bezit nu aan
169-v)
Henrick Henricks van den Snepschuet en de verkopers beloven alle lasten van hun
kant af te handelen, behalve een jaarlijkse rente van een gulden aan Jan heer
Henricks van der Vleuten, nog een gulden per jaar te betalen aan Cathalijn
Henrick Goijaerts, nog een gulden per jaar aan Lisbeth weduwe van Jan
Hoppenbrouwers. De eerste termijn voor rekening van de koper vervalt per a.s.
Maria Lichtmisdag over een jaar. Datum 23 januari 1567, getuigen Schoet en
Hoppenbrouwer.
Henrick Henricks van den Snepschoet en Everaert
Goijaertszoon hebben samen en ieder hoofdelijk beloofd om aan de verkopers uit
de vorige akte een bedrag van 50 gulden te zullen betalen per a.s. Maria
Lichtmisdag. Datum en getuigen als boven.
In marge :
Met instemming van partijen doorgehaald.
Henrick Henricks van den Snepscheut en Everaert Goijaerts
hebben samen en ieder hoofdelijk beloofd om aan de verkopers uit de voorgaande
akte een bedrag van 72 gulden te zullen betalen per a.s. St. Jansdag.
In marge :
Met instemming van partijen doorgehaald.
170)
Datum en getuigen als boven.
In marge :
Henrik belooft Everaerden voor diens belofte te vrijwaren. Datum en
getuigen als boven.