Rechterlijk Archief Oirschot, inv. nr. 144 C, 1 januari 1597 t/m 31 december 1597

484-v)
Peter zoon wijlen Jan Nicolaes Hoppenbrouwers als man van Heijlken dochter van Willem Rutgers van der Vleuten, verkoopt zijn aanspraken en erfdeel in een akker groot ca. drie en een halve lopenzaad, gelegen in Oirschot, herdgang Verrenbest, b.p. Henrick Henricks van de Snepscheut, de gemeenschappelijke straat. Ook verkoopt hij nog zijn erfdeel in een stuk land genoemd het kempken, aldaar gelegen, b.p. Dirck Aerts van der Rooten, de gemeenschap-pelijke straat zoals hij die heeft verkregen van de kinderen van Adriaen Henrick Thomassen. Hij verkoopt deze perceelsgedeeltes aan Henrick Henricks van de Snepscheut en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen. Datum 17 maart 1597, J. de Kelst, secretaris.

Henrick Henricks van de Snepscheut heeft als schuldenaar beloofd om aan genoemde Peter een bedrag van 6 gulden en 15 stuivers te zullen betalen per a.s. St. Jacobsdag. Datum 17 maart 1597, J. de Kelst, secretaris.

485)
Indien enige van de kinderen van Adriaen Henrick Thomas weer terugkeert dan komt e.e.a. ten laste van genoemde Henrick Henricks van de Snepscheut en niet ten laste van genoemde Peter. Deze Henrik van de Snepscheut krijgt ook alle roerende goederen waar Peter aanspraak op heeft en ook nog alle aanspraken waar Peter recht op krijgt uit de rekening en verantwoording van Jacop Henrick Keijmps. Datum 17 maart 1597, J. de Kelst, secretaris.

491
Willem zoon wijlen Dirck Vrancken als man van Aleijden dochter van Jacop Henrick Keijmps, verder Heijlken, Bertken en Peterken, gezusters en dochters van genoemde Jacop Henrick Keijmps, daarbij geassisteerd door hun vader Jacop, partij enerzijds en Henrick Henricks van den Snepscheut als man van Jenneken dochter van Willem Rutten, die ook optreedt voor Peter Jan Niclaes als man van Heijlken, ook dochter van genoemde Willem Rutten, verder Anthonis Aerts van der Roten die optreedt voor Thomas Willem Rutgers en Peter Dircks als man van Dingenen, dochter van Willem Rutten, partij anderzijds, hebben een boedelscheiding gemaakt van de navolgende goederen die ze hebben geerfd van
491-v)
de kinderen van Adriaen Henrick Thomas.

Bij deze verdeling hebben de genoemde 4 kinderen van Jacop een akker verkregen met een heiveld genoemd de Heijcamp, gelegen in Oirschot herdgang Verrenbest, b.p. Dirck Aerts Verroten, de gemeijnte. Uit dit erfdeel moet jaarlijks 3 gulden worden betaald aan Jan Jacops in Den Bosch en de dorpslasten.

Bij deze verdeling hebben Henrick Henricks en Antonis Aerts van der Rooten, in hun hoedanigheden een akker verkregen genoemd den Heiakker, gelegen in Oirschot, herdgang Verrenbest, b.p. Henrick Henricks van den Snepscheut, de kinderen van Jan Peter Corstens, de gemeenschappelijke straat. Uit dit erfdeel moet jaarlijks 7 lopen rogge worden betaald aan Willem Kiespenninck in Den Bosch, nog 2 lopen en een derde deel daarvan aan Jan van Esch, nog 5 lopen rogge per jaar aan Geusken Egons, nog 7 oort grondchijns aan de heer van Oirschot.

De erfgenamen beloven elkaar deze verdeling altijd gestand te zullen blijven doen. Datum 21 maart 1597, getuigen Oudenhoven en Keijmps die het aandroegen.

Willem Henrick Keijmps onze collega schepen, en zijn broer Jacop Henrick Keijmps hebben beloofd dat als de kinderen van Adriaen Henrick Thomas of een van hen weer terugkeert dat deze hun aandeel dan weer in bezit mogen nemen, zijnde de helft die aan zijn kinderen is toebedeeld. Jacop belooft zijn broer Willem Keijmps hem te zullen vrijwaren voor deze belofte. Datum 21 maart 1597, getuigen Oudenhoven en Keijmps.

Antonis Aerts van der Rooten en Henrick Henricks van den Snepscheut hebben beloofd als de kinderen
492)
van Adriaen Henrick Thomas of een van hen zou terugkeren, dat deze dan de helft van hun bezit, zoals dat hierboven is verdeeld, samen met een rente, weer krijgen toegewezen. Genoemde Henrick van den Snepscheut belooft Antonis van der Roten voor diens belofte deze te zullen vrijwaren. Datum 21 maart 1597, getuigen Oudenhoven en Keijmps.

Henrick Henricks van den Snepscheut als man van Jenneken, dochter van Willem Rutgers en ook optredend voor Peter Jan Niclaessen als man van Heijlkenen dochter van Willem Rutten, partij enerzijds en Antonis Aerts van der Rooten die optreedt voor Peter Dircks als man van Dingenen, dochter van Willem Rutten en ook optreedt voor Thomas zoon Willem Rutten, partij anderzijds, hebben een boedelscheiding gemaakt inzake de nalatenschap van de kinderen van Adriaen Henrick Thomas.

Bij deze verdeling heeft genoemde Henrick in zijn hoedanigheid de helft van een akker verkregen, genoemd de Heiakker, gelegen in Oirschot herdgang Verrenbest, aan de noordzijde gelegen tot waar ze de scheidspalen zullen zetten, b.p. Henrick van de Snepscheut waarvan het is afgedeeld, Niclaes Dircks van den Spijker, de straat. Uit dit erfdeel moet jaarlijks 7 lopen rogge worden betaald aan Willem Kiespenninck in Den Bosch en nog 7 oort grondchijns.

Bij deze verdeling heeft genoemde Antonis Aerts van der Rooten de helft van een akker verkregen genoemd den Heiakker, gelegen in Oirschot herdgang Verrenbest, aan de zuidkant tot waar de scheidspalen zullen worden gezet, b.p. kinderen van Jan Peter Corstens, het stuk dat er van is afgedeeld, Niclaes Dircks van den Spijker, de straat. Uit dit erfdeel moet jaarlijks 2 en een derde lopen rogge worden betaald aan Jan van
492-v)
Esch, nog 5 lopen rogge per jaar aan Geusken Egons.
Genoemde erfgenamen beloven elkaar deze boedelscheiding altijd gestand te zullen blijven doen. Datum 21 maart 1597, getuigen Oudenhoven en Keijmps die het aandroegen.

503-v)
Thomas zoon wijlen Willem Rutgers van der Vleuten, Peter Dircks als man van Dingenen, Henrick Henricks van den Snepscheut als man van Jenneken en Peter Jan Niclaessen als man van Heijlkenen, gezusters en dochters van Willem Rutgers van der Vleuten, verkopen hun aanspraken en erfdelen in een akker met een stuk hei daaraan, groot in totaal 5 lopenzaad, gelegen in Oirschot herdgang Verrenbest, zoals ze dat hebben geerfd van de kinderen van Adriaen Henrick Thomas, b.p. het erf van de koper, meester Jan Lemans, Jan van Engelant, de weduwe Jan Joosten. Dit bezit wordt nu verkocht aan Dirck Peters van Doormalen en de verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen. Datum 3 april 1597, getuigen Oudenhoven en Keijmps die het aandroegen.

Los stuk (1597)
Anthonis Dircks van der Rooten verkoopt zijn erfdeel dat hij heeft geerfd van Thomas Willem Rutgers en van Peter Dircks van Liempde dat hij heeft verkregen van de kinderen van Adriaen Henrick Thomas, conform een schepenbrief van Oirschot d.d. 8 maart j.l. op grond van het recht van vernadering, nu aan Henrick Henricks van de Snepscheut. Hij belooft alle lasten van zijn kant af te handelen. Datum 14 ... 1597, getuigen Gestel en Jan Goessens.

Genoemde Henrick heeft genoemde Anthonis beloofd om die voor diens eerdere betalingsbelofte te zullen vrijwaren. Datum en getuigen als boven.