R.A. Oirschot, inv. nr. 150A, periode 1 jan. 1623 t/m 31dec. 1623

12)
Goijaert Kiespennink, wonend in Den Bosch, heeft verklaard dat Henrik Henriks van de Snepscheut aan hem het 1/4e deel van twee Bossche mudden roggen erfpacht heeft afgelost, die Henrik van de Snepscheut aan hem moest betalen uit de Lemmekensbraken in Oirschot, herdgang Verrenbest, oorspronkelijk voortkomend uit een pacht van 3 en een halve mud rogge per jaar, Oirschotse maat die verschuldigd was vanwege gronduitgifte op 29 september 1371, welke akte is gepasseerd voor schepenen van Oirschot. De meeste brieven daarvan berusten onder Jaspar van Esch, die deze zelfde rente op andere personen heft. Van dit 1/4e deel heeft genoemde Kiespenning 2 brieven overgeleverd, een van Oirschot d.d. 23 maart 1528 en een andere uit Den Bosch d.d. 22 mei 1528. Genoemde Kiespenning belooft deze aflossing altijd gestand te zullen blijven doen. Datum 4 januari 1623 getuigen Verachter en Haubraken

56v
Henrik de jonge, zoon wijlen Henriks van de Snepschuet de oude, voor 1/5 deel, Dirk Lucassen als man van Marieke dochter van genoemde Henrik de oude, voor 1/5 deel, Peter Dirks Verroten als man van Henrikske, dochter van wijlen Frans wijlen genoemde Henriks de oude voor 1/5 deel, Peter en Jan, broers, Jan Dirks van Hoven als man van Marieke, Daniel Jansen als man van Henriksken,
57)
zusters en kinderen wijlen Jacob zoon wijlen Henrik de oude, voor 1/5 deel, Jasper Philips van Esch, stadhouder en Niclaes Ariens van Nistelroij als voogden over de minderjarige kinderen van wijlen Mathijske dochter van genoemde wijlen Henrik de oude, verwekt bij Mathijs Gerards, ook voor 1/5 deel, zijnde allen kinderen, kindskinderen en erfgenamen van Henrik van den Snepscheut de oude, waarvan de moeder Aleijt dochter van Mathijs de Lathouwer was, waarbij de voogden gemachtigd zijn op grond van een verordening afgegeven door schepenen in Oirschot, verkopen een huis, met tuin, grond etc. gelegen in Oirschot herdgang Verrenbest. b.p. Henrik Marten Mercx, Antonis Aert Verroten, de gemeijnte. Deze goederen zijn door hun ouders achtergelaten en daarbij heeft genoemde Aleit onlangs het vruchtgebruik overgegeven en na voorafgaande openbare veiling verkocht aan Henrik Marten Mercx en haar Anthonis Aert Verroten, ieder voor de helft. De verkopers beloven
58)
alle lasten af te handelen behalve dat de kopers hieruit een penning grondcijns hoeven te betalen aan de Hertog van Brabant met 5 jaar achterstand en de boetes en onkosten daarvoor, die door genoemde wijlen Aleit en haar man betaald moeten worden. Datum 6 maart 1623 getuigen Haubraken en Verachter.

Henrik Martens en Antonis Aarts Verroten hebben als schuldenaars beloofd om aan Jasper Philips en Niclaas Ariens als voogden van de genoemde minderjarige kinderen van Mathijsken dochter van Henrik van de Snepscheut wier vader Mathijs Gerards was en ook t.b.v. deze minderjarigen, een bedrag van f 33,- te betalen, elk kind zijn deel te betalen als het meerderjarig is geworden. Ondertussen moet daarvan nog 6% per jaar rente betaald worden, waarvan de eerste termijn 1 maart 1624 zal vervallen. Datum en getuigen als boven.
In marge:
Deze som heeft Aaltje Tijssen zowel in haar naam en ook als gemachtigde van haar broers Henrik en Jacob verklaard volledig betaald te zijn. Aaltje is gemachtigd volgens schepenbrieven van de stad Grave d.d. 10 november 1627, zoals ons is gebleken Datum 19 november 1627, getuigen Ekerschot en Loon

Genoemde Jasper, Philips en Niclaas Ariens hebben de voogdijschap opgezegd zoals zij die eerder aanvaard hebben. Datum en getuigen als boven.