R.A. Oirschot, inv. nr. 150a, periode 1 jan. 1624 t/m 31 december 1624
187)
Peter zoon Jacops van den Snepscheut als man en voogd van Catharina dochter
Arien Everts, Lambert zoon Evert Petersen als wettelijk aangestelde voogd over
Aleit, Wouter Walravens als wettelijk aangestelde voogd over Everden, Jan Jan
Haubrakens als aangestelde voogd over Perijntken, alle minderjarige kinderen van
genoemde Arien Everts en nog Bartel Ariens van der Achter die door Willem is
gemachtigd, zijnde een ruiter dienend onder wijlen ritmeester Wageman welke
Willem voor zichzelf handelt maar ook in zijn hoedanigheid als man en voogd van
Marij, eveneens een dochter van genoemde Arien Everts, waarbij ook door genoemde
Arien Everts machtiging voor deze verkoop is gegeven, zoals blijkt uit de
machtigingsbrief opgemaakt door de Raad van de stad Arnhem d.d. 23 maart 1624,
verkopen een stuk land gelegen in Oirschot, herdgang Spoordonk. Dit stuk land
had Arien Everts eerder gekocht van Arien Gijsbert Hoppenbrouwers, zoals
188)
zij zeggen, b.p. Gerard Jan Gijsbers, Willem Jans Verhoeven, Jan Jan
Haubraken, Andries Cornelis Oerlemans en anderen, de gemeijnte. Het stuk grond
wordt vanwege een door schepenen van Oirschot afgegeven decreet d.d. 2 mei j.l.,
na 3 openbare verkoopdagen, nu tegen het hoogste bod verkocht aan Jan Goort
Goortsen en aan Arien Jansen van Berendonck, ieder voor de helft. Genoemde
verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen behalve 7 stuivers per
jaar die betaald moeten worden aan de 0.L. Vrouwekapel. Verder moeten de kopers
de gemeentelijke belastingen betalen en zorgen voor het gemeenschappelijk
onderhoud van wegen en waterlopen. Het perceel is verplicht om de beemd van Jan
Houbraken te laten wegen en ook Andries Cornelis Oerlemans met de zijnen zoals
dat van ouds gewoonte is. Datum 1 juni 1624, getuigen Verhoeven en Loon.