R.A. Oirschot, inv. nr. 156, periode 1 januari 1631 t/m 31 december 1631
160)
Silvester Lintermans verkoopt hierbij het derde deel van een beemd hooiland
genoemd de Nijewen Dijck, gelegen in Oirschot herdgang Aerle, b.p. de hoeve van
heer Amelrijk Boots, de kinderen van Goijaert Henrick Janssen, de weduwe van
Ruth Henrick Janssen, een nieuw
161)
erf dat eigendom is van de weduwe en kinderen van Jan Aert Joordens. Er is recht
van overpad over dat zelfde nieuwe erf naar de gemeente toe aldaar. Deze gehele
beemd had de vader van genoemde Silvester, wijlen meester Jacop Lintermans
eerder gekocht van Arien Everts conform een schepenbrief van Den Bosch d.d. 3
juni 1592 en hij verkoopt de beemd nu aan Everden Ariens en aan Peter Jacops van
den Snepscheut als man van Catharina dochter van Arien Everts. De verkoper
belooft alle lasten van zijn kant af te handelen. Datum 19 maart 1631, getuigen
Stockelmans en Francken.
Nadat zulks is gebeurd zijn hier voor schepenen verschenen
deze genoemde Evert Ariens en Peter Jacops van den Snepscheut en verkopen
hierbij het derde deel van de helft van die vermelde beemd, nu aan Aert en aan
Joorden, beiden zoons van wijlen Jan Aert Joordens
162)
en de verkopers beloven alle lasten van hun kant af te handelen. Datum en
getuigen als boven.
Genoemde Aert en Joorden uit de vorige akte hebben beloofd dat vandaag of morgen nog hun broers en zusters hun aandeel van de koopsom daarin aan hen zullen voldoen en de koop mede zullen garanderen en dat daarvan een akte zal worden opgemaakt. Datum en getuigen als boven.