R.A. Oirschot, inv. nr. 165, periode 1 Jan. 1640 t/m 31december 1640

113)
Henrik, Frans en Willem, gebroeders en hun zuster Heijlken, kinderen van wijlen Henrick van de Snepscheut verwekt door deze Henrik bij wijlen diens vrouw Jenneken dochter van wijlen Willem Rutgers, waarbij deze Heijlken is geassisteerd door haar toegewezen voogd Jan Wouter Hoppenbrouwers, verder Cornelis Huiberts als weduwnaar van Mariken ook dochter van genoemde wijlen Henrick van de Snepscheut en van wijlen deze Jenneken, die daarbij is geassisteerd door Aert Thomas van der Vleuten en door Henrick Goorts van den Heuvel als voogden over Henrick minderjarige zoon van genoemde Cornelis Huiberts verwekt bij wijlen genoemde Marieken, als zodanig aangesteld door schepenen van
114)
Oirschot, hebben verklaard met elkaar een boedelverdeling te hebben gemaakt van het bezit dat ze na de dood van hun ouders hebben geerfd, zoals ze verklaarden.

Bij deze verdeling krijgt Frans het huis met hofstad, tuin, grond etc. alles aan elkaar gelegen zijnde het vijfde deel van de bocht, gelegen in Oirschot herdgang Verrenbest, b.p. genoemde Henrick waarvan het is afgedeeld, Jan Gijsbert Jan Gijsberts, de gemeijnte aldaar. Nog krijgt hij het vijfde deel van een stuk land dat onlangs van de gemeente in gebruik is genomen ter zelfder plaatse als hiervoor, b.p. genoemde Henrick dat ervan is afgedeeld, de kinderen van Peter Dirck Hoppenbrouwers, de gemeijnte aldaar. Verder krijgt hij het vijfde deel van een stuk land onlangs van de gemeente in gebruik genomen, ter zelfder plaatse als hiervoor,
115)
b.p. genoemde Willem dat ervan is afgedeeld, Jan Gijsbert Jan Gijsberts, Jan Peters van Kemenae. Hieruit moet jaarlijks 3 gulden worden betaald min een stoter aan Doctor Rombout in Den Bosch en een halve stuiver grondchijns aan de hertog van Brabant en nog de dorpslasten.

Bij deze verdeling krijgt genoemde Willem een vijfde deel van een bocht land bij het huis, ter zelfder plaatse als hiervoor, b.p. genoemde Frans, genoemde Henrick beiden ervan afgedeeld zijnde, Jan Gijsbert Jan Gijsberts, de gemeijnte aldaar. Verder krijgt hij een vijfde deel van een perceel ter zelfder plaatse als hiervoor, b.p. genoemde Frans, genoemde Henrick, de kinderen van Peter Dirck Hoppenbrouwers, de gemeijnte aldaar. Verder krijgt hij het vijfde part van een stuk land, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. genoemde Frans, genoemde Henrick, beide ervan afgedeeld zijnde, Jan Gijsberts,
116)
Peter van Kemenae. Hieruit moet jaarlijks een halve stuivers als grondchijns aan de hertog van Brabant worden betaald en nog de dorplasten.

Bij deze verdeling krijgt Henrik een vijfde deel van een bocht land bij het huis, ter zelfder plaatse als hiervoor, b.p. genoemde Willem. Verder krijgt hij een vijfde deel van een nieuw perceel onlangs van de gemeente in gebruik genomen, b.p. genoemde Willem, genoemde Heijlken. Verder krijgt hij het vijfde part van een stuk land, ook van de gemeente in gebruik genomen ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. genoemde Willem, genoemde Heijlken. Hieruit moet jaarlijks een halve stuiver als grondchijns aan de hertog van Brabant worden betaald en nog de dorpslasten.

Bij deze verdeling krijgt genoemde Heijlken een vijfde deel van de bocht ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. genoemde Henrick, genoemde Cornelis beide stukken hiervan afgedeeld zijnde. Nog krijgt zij een vijfde deel van een stuk land om de Steegde aldaar, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. genoemde Henrick, genoemde Cornelis
117)
beide stukken ervan afgedeeld zijnde. Nog krijgt ze een vijfde deel van een perceel dat onlangs van de gemeente in gebruik is genomen, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. genoemde Henrick, genoemde Cornelis. Uit dit bezit moet jaarlijks een halve stuiver als grondchijns aan de hertog worden betaald en verder de dorpslasten. Nog te moeten zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen.

Bij deze verdeling krijgt genoemde Cornelis het vijfde deel van de bocht bij het huis, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. genoemde Heijlken, genoemde Willem. Verder krijgt hij het vijfde deel van een veld gelegen in de Steegde, ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. genoemde Heijlken, Jan Peters van Kemenae. Nog krijgt hij het vijfde deel van een stuk land ter zelfder plaatse als hiervoor gelegen, b.p. genoemde Heijlken, de gemeijnte aldaar. Hieruit moet jaarlijks een halve stuiver grondchijns worden betaald en nog de dorpslasten. Verder te moeten zorgen voor onderhoud van wegen en waterlopen.

Verder beloven ze elkaar de gebruikelijke bepalingen bij een boedelverdeling en men zal elkaar overpad verlenen. Datum 6 februari 1640, getuigen Keijmps en Schepens.
118)
Frans zoon Henrick van de Snepscheut verkoopt hierbij zijn erfdeel dat hem eerder was toebedeeld nu aan zijn broer Henrick en de verkoper belooft alle lasten van zijn kant af te handelen. Datum en getuigen als boven.

Henrik, Willem en Heijlken uit de voorgaande akte, hebben onderling afgesproken dat Henrik in het stuk land in de Steegde de eerste vier en vijf voorste delen zal hebben en dat Heijlken het tweede en derde vijfde deel krijgt van het andere perceel en genoemde Willem het vierde en vijfde deel van het laatste perceel. Henrick is echter wel gehouden om een grondchijns van 2 stuiver aan de hertog van Brabant te betalen, Cornelis een halve stuiver en Willem en Heijlken geen chijns. Ze beloven zulks na te komen. Datum en getuigen als boven.

Genoemde Willem en Henrick hebben hun erfdeel onderling geruild met elkaar in dier voege dat Henrick het deel van Willem krijgt en Willem het deel van Henrick. Datum en getuigen als boven.

-  -  -  -